Controllers

Apparaten met de hieronder vermelde besturingssystemen of nieuwere versies ondersteunen Bluetooth en USB verbindingen met de DualSense draadloze controller. Zodra je verbinding hebt gemaakt, kun je de draadloze controller gebruiken om compatibele games en applicaties te bedienen.

• macOS Big Sur 11.3
• iOS 14.5 
• iPadOS 14.5 
• tvOS 14.5 
• Android 12

Windows-pc-apparaten ondersteunen de controller via een bekabelde verbinding.

• Afhankelijk van het apparaat zijn bepaalde functies op de controller mogelijk niet beschikbaar. Er is geen garantie dat alle apparaten compatibel zijn met de controller.
  
• Neem contact op met de fabrikant van je apparaat om te controleren welke Android-apparaten het stuurprogramma voor de DualSense draadloze controller ondersteunen.

Schakel de koppelingsmodus in om een draadloze controller voor de eerste keer met een  ondersteund apparaat te koppelen via Bluetooth:

1. Controleer of de spelerindicator op de controller uit is.
   Als de spelerindicator aan is, houd je de PS-toets ingedrukt tot hij uit gaat. Als er een USB-kabel op de controller is aangesloten, koppel je deze los.
2. Terwijl je de Maak-toets indrukt, houd je de PS-toets ingedrukt totdat de lichtbalk gaat knipperen.
   
3. Schakel Bluetooth in op je apparaat en selecteer vervolgens de controller in de lijst met Bluetooth-apparaten.
   Wanneer het koppelen is voltooid, knippert de lichtbalk en gaat de spelerindicator branden.

Een controller kan slechts met één apparaat tegelijk gekoppeld zijn. Elke keer als je van apparaat verandert, moet je de controller met het nieuwe apparaat koppelen.

De software-updates voor de DualSense draadloze controller worden toegevoegd wanneer je de systeemsoftware van je PS5-systeem bijwerkt. Koppel je controller en volg de instructies op het scherm om deze bij te werken.

Een update handmatig starten:

1. Ga naar Instellingen > Accessoires > Controller (Algemeen).
2. Selecteer Apparaatsoftware voor de DualSense draadloze controller.

1. Schakel je PS5-systeem uit.
2. Zoek de kleine resetknop op de achterkant van de controller. Gebruik een pen of soortgelijk gereedschap (niet meegeleverd) om op de resetknop te drukken.
3. Hierdoor wordt de controller niet opnieuw geconfigureerd en worden de instellingen voor koppelen niet beïnvloed.
4. Sluit de controller aan op je PlayStation®5-systeem met behulp van de USB-kabel die bij je controller is geleverd en druk op de PS-toets.

Je vindt het serienummer op de achterkant van de draadloze controller, onder de QR-code.

• Het serienummer heeft 17 alfanumerieke tekens.

Als je de bovenstaande instructies hebt gevolgd, maar je het idee hebt dat de controller toch niet op de juiste manier wordt verbonden, ga je naar de diagnostische tool van PlayStation Reparaties.

De eerste keer dat je de DualSense Edge™ draadloze controller gebruikt, moet je deze aan je systeem koppelen.

1. Schakel je PS5™-systeem in.
2. Sluit de controller aan op je systeem met de bijgevoegde USB-kabel.
3. Druk op de PS-toets.
   De controller wordt ingeschakeld. Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaat de spelerindicator aan.

• Als de batterij van je controller nog vol genoeg is, kun je de USB-kabel loskoppelen en de controller draadloos gebruiken.  

• Je controller kan slechts met één PS5-systeem tegelijk worden gekoppeld. Als je de controller op een ander systeem wilt gebruiken, moet je hem aan dat systeem koppelen.  
• Je kunt tot 4 controllers tegelijkertijd gebruiken. Als je op de PS-toets drukt wordt er aan iedere speler een kleur toegewezen.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

De meeste Windows-pc-apparaten ondersteunen de controller via een bekabelde verbinding. Je kunt je controller aansluiten op een ondersteund apparaat met behulp van een USB-kabel met een Type-C-aansluiting.

Met PlayStation-accessoires kun je bijvoorbeeld de firmware van de controller updaten en de instellingen van de controller aanpassen vanaf je Windows-pc.

Met PlayStation-accessoires kun je bijvoorbeeld de firmware van de controller updaten en de instellingen van de controller aanpassen vanaf je Windows-pc.

De software-updates voor de DualSense Edge draadloze controller worden toegevoegd wanneer je de systeemsoftware van je PS5-systeem updatet.

Controleren op software-updates voor de DualSense Edge draadloze controller:

1. Ga naar Instellingen > Accessoires > DualSense Edge draadloze controller.
2. Selecteer Apparaatsoftware voor de DualSense Edge draadloze controllerom de software van de draadloze controller te updaten.

Je kunt de software van je DualSense Edge draadloze controller ook updaten via een pc. Bekijk onderstaande gids voor meer informatie.

Schakel de koppelingsmodus in om een draadloze controller voor de eerste keer met een ondersteund apparaat te koppelen via Bluetooth.

1. Controleer of de spelerindicator op de controller uit is. Als de spelerindicator aan is, houd je de PS-toets ingedrukt tot hij uit gaat. Als er een USB-kabel op de controller is aangesloten, koppel je deze los. 
2. Terwijl je de SHARE-toets indrukt, houd je de PS-toets ingedrukt totdat de lichtbalk gaat knipperen.
3. Schakel Bluetooth in op je apparaat en selecteer vervolgens de controller in de lijst met Bluetooth-apparaten. Wanneer het koppelen is voltooid, knippert de lichtbalk en gaat de spelerindicator branden.

Elke keer dat je verbinding maakt met je PS5-systeem of PS4-systeem vanaf je pc of Mac, neem je de volgende stappen.

1. Schakel je systeem in of zet deze in de rustmodus. 
2. Sluit je controller aan op je pc of Mac. 
3. Start de PS Remote Play-app op je pc of Mac en selecteer vervolgens Aanmelden bij PlayStation Network.
   Meld je aan met hetzelfde account als je voor je systeem gebruikt. 
4. Als je Instellingen selecteert, kun je instellingen voor de videokwaliteit voor Remote Play configureren, zoals resolutie en framerate. 
5. Selecteer PS5 of PS4.
   De app zoekt naar het PS5-systeem of PS4-systeem waarop je je met je account hebt aangemeld en maakt vervolgens automatisch verbinding met het systeem. Nadat de app is verbonden, wordt het scherm van je systeem weergegeven op je pc of Mac en kun je Remote Play gaan gebruiken. Als er meerdere systemen worden gevonden, selecteer je het systeem dat je wilt gebruiken. 

Vanaf de tweede keer kun je het systeem selecteren waarmee je eerder verbinding hebt gemaakt. 

Als je systeem niet automatisch verbinding kan maken met je computer, word je gevraagd om het systeem handmatig te registreren op je pc of Mac.

1. Schakel het PS4-systeem uit en haal de stekker van het systeem uit het stopcontact. 
2. Zoek de kleine reset-toets op de achterkant van de controller, dicht bij de L2-toets.
3. Gebruik een klein voorwerp om de toets in het gaatje in te drukken. Houd de toets ongeveer 3 tot 5 seconden ingedrukt.
4. Sluit je systeem aan, sluit je controller aan met een USB-kabel en druk op de PS-knop. Als de lichtbalk blauw wordt, is de controller gekoppeld.

Als je de bovenstaande instructies hebt gevolgd, maar je het idee hebt dat de controller toch niet op de juiste manier wordt verbonden, ga je naar de diagnostische tool van PlayStation Reparaties.

De eerste keer dat je de Access™-controller gebruikt, moet je deze aan je PS5®-systeem koppelen. Je systeem moet ook zijn ingesteld en gekoppeld met een DualSense™ draadloze controller.

1. Controleer of je PS5-systeem is ingeschakeld.
2. Sluit je controller aan op je systeem met de bijgevoegde USB-kabel.
   Het koppelen is voltooid en je kunt de USB-kabel loskoppelen als je de controller draadloos wilt gebruiken.
3. Druk op de PS-toets op de joystickbasis.
4. Selecteer een gebruiker.
   Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaan de spelerindicator en de indicator van de controller branden.
5. Volg de instructies op het scherm om je controller in te stellen. Gebruik het basisprofiel om door de instellingen te navigeren.

Als je twee nieuwe Access-controllers voor de eerste keer wilt gebruiken, moet je beide aan je PS5-systeem koppelen. Je systeem moet ook zijn ingesteld en gekoppeld met een DualSense™ draadloze controller. 

1. Controleer of je systeem is ingeschakeld. 
   
2. Sluit één van de controllers aan op je systeem met de bijgevoegde USB-kabel. Herhaal dit met de tweede controller.
   Het koppelen is voltooid en je kunt de USB-kabel loskoppelen als je de controllers draadloos wilt gebruiken.
3. Druk op de PS-toets op de joystickbasis van de eerste controller. 
4. Selecteer een gebruiker.
   Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaan de spelerindicator en de indicator van de controller branden.
5. Druk op de PS-toets op de joystickbasis van de tweede controller.
   
6. Selecteer dezelfde gebruiker als de eerste controller.Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaat de spelerindicator aan, net als bij de eerste controller, en gaan twee controllerindicatoren branden.
   
7. Volg de instructies op het scherm om je controllers in te stellen. Gebruik het basisprofiel om door de instellingen te navigeren. 
   

Vervang de joystickdoppen door een van de verschillende typen die worden meegeleverd en zoek welke het beste bij je speelstijl past. Schakel de Access-controller uit tijdens het wisselen van doppen, om te voorkomen dat je per ongeluk op de toetsen drukt tijdens het spelen.

Je kunt de Access™-controller op een statief of AMPS-standaard monteren met behulp van de schroefgaten aan de onderkant van je controller. 

Bekijk de specificaties van de uitbreidingspoort en informatie over 3D-printen voor je Access™-controller voor PlayStation®5-systemen.

Je kunt toetsen, schakelaars en apparaten van derden die compatibel zijn met een 3,5mm-aansluiting op de uitbreidingspoorten van je controller aansluiten voor meer toewijzingsopties. Dit zijn de poorten van links naar rechts: E1, E2, USB-aansluiting, E3 en E4.

Je kunt maximaal 30 aangepaste profielen voor je Access-controller maken en opslaan.

1. Ga vanuit het beginscherm naar Instellingen > Accessoires. 
2. Selecteer Access-controller > Profielbibliotheek.
3. Selecteer Profiel maken.
4. Volg de instructies op het scherm om de Controllerstand en Toetstoewijzingen te configureren.
5. Selecteer een van de drie sleuven en selecteer vervolgens Toewijzen.
   Als je Toewijzen selecteert zonder een sleuf te selecteren, worden je instellingen opgeslagen op het PlayStation®5-systeem zonder dat ze worden toegewezen aan een sleuf in je controller.

1. Selecteer een profiel in de Profielbibliotheek.
   
2. Selecteer Bewerken> Toetstoewijzingen. 
   
3. Selecteer de toets die je wilt bewerken en selecteer vervolgens Toets toewijzen.
   
4. Selecteer de functie die je aan de toets wilt toewijzen.
   Je kunt ook Niet toegewezen kiezen om de toets in te stellen op null (geen functie).
5. Volg de instructies op het scherm op om het indrukken van toetsen aan te passen.
   
6. Herhaal stap 3 tot en met 5 totdat je alle gewenste toetsen hebt bewerkt. 
   
7. Als je klaar bent met het bewerken van toetstoewijzingen, selecteer je Klaar. 
   
8. Sla je bewerkingen op door het profiel toe te wijzen aan een sleuf op je controller. 

Als je problemen hebt met je controller, probeer dan de reset-toets te gebruiken. Deze resetmethode heeft geen invloed op koppelen, profielen en andere controllerinstellingen.

1. Schakel je PlayStation®5-systeem uit.
   Ga naar het Controlecentrum en selecteer Stroom > PS5 uitschakelen.
   Je kunt ook de activeringstoets ingedrukt houden totdat je een pieptoon hoort.
2. Draai de controller om en zoek de resetknop.
3. Gebruik een kleine pin of een gelijksoortig voorwerp (niet meegeleverd) om de reset-toets ten minste één seconde lang in te drukken.
4. Sluit de controller met de meegeleverde USB-kabel aan op je PS5®-systeem en druk op de PS-toets.

Je vindt het serienummer op de achterkant van de controller, boven de QR-code.

Zorg ervoor dat je de systeemsoftware van je PS®5-systeem en de software van je Access-controller updatet naar de nieuwste versies. 

Als je hebt geprobeerd je controller te resetten en nog steeds problemen ondervindt, ga dan naar onze tool voor probleemoplossing.