Profielen voor je DualSense Edge draadloze controller op een pc instellen

Met PlayStation-accessoires kun je bijvoorbeeld de firmware van de controller updaten en de instellingen van de controller aanpassen vanaf je Windows-pc.

Een profiel voor je DualSense Edge draadloze controller op een pc maken

Met PlayStation-accessoires kun je aangepaste profielen voor de DualSense Edge™ draadloze controller op je pc maken en bewerken en van profiel wisselen.

  1. Sluit je controller aan op je pc. 
  1. Raadpleeg de onderstaande gids om de app voor PlayStation-accessoires te downloaden. 
  1. Open de app.
    Gebruik je muis of toetsenbord om de app te bedienen. 
  2. Selecteer Profiel maken of selecteer een profiel dat is gemarkeerd als Niet toegewezen uit de lijst. 
    Als je meerdere controllers hebt aangesloten, selecteer je een van de volgende opties onder de controller die je wilt gebruiken. 
  3. Voer een naam in voor je profiel en selecteer vervolgens Volgende
  4. Selecteer een snelkoppeling waaraan je je profiel wilt toewijzen en selecteer vervolgens Profiel maken
  5. Selecteer een optie uit de instellingen op het scherm om je profiel aan te passen.
    Nadat je elk item hebt aangepast, selecteer je Toepassen. Als je dit niet doet en terugkeert naar het vorige scherm, worden je wijzigingen niet opgeslagen. 
  1. Als je de gewenste items hebt aangepast, selecteer je Gereed
  • Je hebt de app niet nodig om tussen gemaakte profielen te schakelen. Houd tijdens het spelen de Fn-toets ingedrukt en druk vervolgens op de driehoek-toets / cirkel-toets / kruis-toets / vierkant-toets om naar het bijbehorende profiel over te schakelen.
  • Het standaardprofiel wordt toegewezen aan de Fn-toets en de driehoek-toets. Als je je controller wilt gebruiken met de fabrieksinstellingen, selecteer je Standaardprofiel.
  • Je kunt maximaal drie profielen toewijzen aan je controller. Het standaardprofiel telt hierbij niet mee.

Mogelijke aanpassingen

Je kunt de instellingen van toetsen en joystick voor je DualSense Edge™ draadloze controller aanpassen en de instellingen vervolgens opslaan in een aangepast profiel. Zo gebruik je aangepaste profielen:

  • Van profiel wisselen met snelkoppelingen
    Als we het standaardprofiel meerekenen, kun je maximaal vier profielen opslaan op je controller.
    Wissel tijdens het spelen van profiel met snelkoppelingen.
  • Opgeslagen profielen op een ander apparaat gebruiken
    Profielen worden opgeslagen op je controller. Zolang je je controller gebruikt, heb je toegang tot je eigen profielen zodat je kunt spelen met de instellingen die je gewend bent, zelfs op een andere computer of mobiel apparaat.

Je kunt de volgende instellingen opslaan in je profielen.

Je kunt je controller ook personaliseren door onderdelen te vervangen, zoals de achtertoetsen en joystickdoppen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding die bij je controller is meegeleverd voor meer informatie over de meegeleverde onderdelen en hoe je deze kunt vervangen.

De toetstoewijzingen van je controller op een pc aanpassen

  1. Een aangepast profiel maken of bewerken.
  2. Selecteer de toets die je wilt wijzigen en selecteer vervolgens de functie die je aan de toets wilt toewijzen.
    Als je Uitschakelen selecteert, heeft het indrukken van de toets geen invoer.
  3. Selecteer Toepassen.

De joystickinvoer en dode zone op je pc aanpassen

Je kunt de gevoeligheid en dode zone van de joysticks op je controller aanpassen. Hier volgen enkele voorbeelden van de mogelijkheden:

  • Pas de gevoeligheid van de joystick aan om de bewegingen of het zicht van je personage te versnellen of te vertragen. 
  • Stel de dode zone in voor meer controle over de bewegingen of het zicht van je personage.

A t/m D gebruiken de rechter joystick als voorbeeld. Je kunt de linker joystick op dezelfde manier instellen.

Kies uit zes typen gevoeligheidscurven:

Standaard:
de geregistreerde invoer wordt versterkt in verhouding tot de beweging van de joystick.

Snel:
de hoeveelheid geregistreerde invoer versnelt als je de joystick kantelt. Ideaal voor het maken van snelle bewegingen. Behaal een voorsprong door snel te richten in snelle shooters.

Nauwkeurig:
er wordt een minimale invoer geregistreerd wanneer je de joystick kantelt. Ideaal voor het maken van nauwkeurige bewegingen. Fans van shooters kunnen de mogelijkheid om langzaam en nauwkeurig te richten nuttig vinden.

Stabiel:
geregistreerde invoer is beperkt, zelfs als je de joystick ver kantelt. Maakt soepele en stabiele bewegingen mogelijk.

Digitaal:
bij slechts licht kantelen van de joystick wordt bijna de maximale invoer geregistreerd. Functies zoals de richtingstoetsen op de controller. Zorgt voor een directe invoer-reactie voor je vechtgames en actiegames.

Dynamisch:
geregistreerde invoer is beperkt wanneer je de stick licht of ver kantelt, maar versnelt in het middenbereik.
Maakt veelzijdige gameplay mogelijk bij shooters, waarbij je niet alleen voorzichtig moet richten, maar ook snel moet draaien.

Stem het type curve dat je hebt gekozen in A nauwkeurig af.

Dode zone is het bereik waarbinnen je de joystick kunt kantelen voordat dit als invoer wordt herkend. Met een dode zone van 10% moet je bijvoorbeeld een kanteling van 10% overschrijden voordat je game een invoer registreert.

De horizontale as is de kanteling van de joystick en de verticale as is de invoer die in het spel wordt weergegeven. Wanneer er bijvoorbeeld een geleidelijke helling is, leidt een sterke kanteling van de joystick tot een soepele beweging. Wanneer er een steile helling is, leidt zelfs het licht kantelen van de joystick tot snelle bewegingen.

Bekijk gevoeligheid wanneer je de joystick beweegt.

Dode zone activeren op je pc

Dode zone is het bereik waarbinnen je op een toets kunt drukken voordat dit als invoer wordt herkend.
Als je bijvoorbeeld de controller stevig vastpakt en per ongeluk op de L2- of R2-knoppen tikt, kun je deze zo instellen dat er geen invoer wordt geregistreerd.

A) Dezelfde instellingen toepassen op triggers links en rechts
Als je deze optie inschakelt, wordt slechts één kant weergegeven. Wijzigingen die je aanbrengt, hebben gelijke gevolgen voor zowel de triggers links als rechts.

B) Invoerbereik
Stel het bereik waarbinnen je op de trigger moet drukken voordat je game een invoer registreert. Als je het invoerbereik bijvoorbeeld instelt van 30 tot 70, begint je game, wanneer je dieper dan 30 op de trigger drukt, een invoer te registreren. Invoer bereikt een maximale diepte van 70. Als je de trigger minder diep indrukt dan 30 of dieper dan 70, wordt er geen invoer geregistreerd.

C) Je controller testen
Bekijk het invoerbereik wanneer je op de L2- of R2-knop drukt.

De intensiteit van vibraties/triggers aanpassen op je pc

Je kunt de intensiteit van de trilfunctie en het triggereffect van je controller aanpassen of uitschakelen. Met het triggereffect voel je verschillende niveaus van spanning en weerstand op de L2- en R2-knoppen als reactie op je gameplay. Je kunt bijvoorbeeld veel weerstand voelen als je een pijl en boog naar achteren trekt of als je tijdens een game abrupt remt.

  • Je ervaart het triggereffect alleen in games die dit ondersteunen. 
  • Afhankelijk van de instellingen van je dode zone voor triggers is het mogelijk dat de triggereffectfunctie niet werkt.

Je kunt met de L2/R2-stopschuifregelaars op de achterkant van je controller instellen hoe ver je de L2- en R2-toets kunt indrukken (flexibiliteit). Je kunt de flexibiliteit van boven naar beneden instellen op lang, gemiddeld en kort.

Als je de L2/R2-stopschuifregelaars instelt op gemiddeld of kort, werkt de triggereffectfunctie niet.

Een profiel op je pc bewerken

  1. Selecteer het profiel dat je wilt bewerken. 
  1. Selecteer Bewerken.
  • Als je Je controller testen selecteert, kun je de gevoeligheid en het invoerbereik van je controller testen.
  • Je kunt het standaardprofiel niet bewerken of verwijderen.

Van profiel wisselen op een pc

Houd tijdens het spelen de Fn-toets ingedrukt en druk vervolgens op de driehoek-toets / cirkel-toets / kruis-toets / vierkant-toets om naar het bijbehorende profiel over te schakelen.

Als je van profiel wisselt, trilt je controller en knippert de spelerindicator het volgende aantal keren.

  • Fn-toets en driehoek-toets: Eén keer knipperen 
  • Fn-toets en cirkel-toets: Twee keer knipperen 
  • Fn-toets en kruis-toets: Drie keer knipperen 
  • Fn-toets en vierkant-toets: Vier keer knipperen

Onder Controllerinstellingen kun je wijzigen wat je controller doet wanneer je van profiel wisselt.

De instellingen van de controller beheren in de app voor PlayStation-accessoires

  1. Open de app voor PlayStation-accessoires. 
  2. Selecteer het pictogram Controllerinstellingen
    Je kunt de volgende instellingen wijzigen:

Feedback ontvangen bij het wisselen van profiel
Je kunt instellen dat je controller trilt of oplicht wanneer je van profiel wisselt.

Helderheid van de controllerindicators
Stel de helderheid van de spelerindicator en de lichtbalk op je controller in.

Volg de rondleiding
Bekijk het welkomstscherm van toen je je DualSense Edge draadloze controller voor het eerst aansloot.

Je DualSense Edge draadloze controller opnieuw instellen
Al je profielen worden verwijderd, alle instellingen worden opnieuw ingesteld en de controller wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.

De firmware voor de DualSense Edge op een pc updaten

  1. Open de app voor PlayStation-accessoires. 
  1. Selecteer Firmware voor je controller.
    In dit menu kun je je huidige firmwareversie controleren.
    Als er een nieuwe versie beschikbaar is, verschijnt de optie Updaten.
  • Schakel je Windows-pc niet uit en koppel je controller niet los tijdens de update van je controller. 
  • Als je meerdere controllers bijwerkt, moet je één controller tegelijk updaten. 
  • Als je Controller toevoegen selecteert, kun je de verbindingsmethode van je controller checken.

Hulp nodig? 

Neem contact op met onze ondersteuningsmedewerkers